Je stelt vast dat je keer op keer in situaties terecht komt waar je je niet lekker voelt.
Voorbeelden:
- In discussies betrap je jezelf erop van snel boos te worden en niet op een gestructureerde manier te kunnen antwoorden. Je geraakt moeilijk uit je woorden en je voelt je klein worden.
- Mensen komen vaak bij jou terecht omdat je een goede vriend bent en zelf voel je je vaak alleen.
- Je verhuist vaak of verandert geregeld van werk en het lijkt alsof je nergens thuis voelt.
- Je hebt het gevoel dat je voor iedereen zorgt in je familie en wil graag leven zonder de zorgen van je familie die je bezig houden.
- Je geraakt blok in je onderneming en wil graag maar er beweegt niets.
- Je voelt aan dat je niet op je plek staat in je familie of dat je er niet bij hoort.